Door: Jan van Essen
Multi-megapixels in beveiligingscamera’s. Dat moet wel geweldige beelden opleveren. Of toch niet? In deze blog leg ik uit welke rol pixels spelen en welke andere factoren de kwaliteit van een camerabeeld bepalen.
Veel mensen denken dat hoe meer megapixels er op de chip in de camera zitten, hoe meer details en hoe beter het beeld. Dat klopt maar voor een deel. Afhankelijk van de situatie en het beoogde doel zijn er ook andere factoren die een rol spelen.
Sinds digitale (beveiligings)camera’s hun intrede deden, is het aantal megapixels op de beeldsensor enorm toegenomen. Van een miljoen naar 10 tot 12 miljoen pixels. Het formaat van de beeldsensor daarentegen is (nagenoeg) niet veranderd. Dat kan ook niet, want in de compacte beveiligingscamera’s van tegenwoordig is daar geen plaats voor. We zijn meer pixels op hetzelfde oppervlak gaan plaatsen, waardoor de pixels zelf dus kleiner zijn geworden. En hier wringt ‘m de schoen. Het lijkt er namelijk op dat de kleinere pixels minder licht kunnen omzetten in een elektrisch signaal, waardoor ze dus minder geschikt zijn voor donkere situaties. Beveiligingscamera bedoeld voor identificatie moeten niet alleen veel details zien, maar vragen ook om hoge lichtgevoeligheid in donkere situaties. De meeste beveiligingsrisico’s zijn immers in de nachtelijke uren. De hoeveelheid megapixels op de camerachip bepaalt dus maar voor een deel de kwaliteit van de camerabeelden.
Lenskwaliteit en -grootte
Beeldkwaliteit wordt ook bepaald door de kwaliteit en grootte van de gebruikte lens. Om beeldinformatie goed op de chip te projecteren, is een lens nodig die het licht vanuit een bepaalde openingshoek samenbrengt op de chip. Ook moet de lens zoveel mogelijk licht doorlaten naar de chip. Dit doe je door zuiver glas te gebruiken (deze voorkomt ook vervorming) en de lens zo groot mogelijk te maken. Telelenzen op professionele fotocamera’s hebben niet voor niets een lens ter grootte van een gebaksschoteltje. Helaas is een dergelijke lensgrootte niet realistisch op een beveiligingscamera. De beperking van de kleinere lens zie je wanneer je het beeld digitaal vergroot: het wordt eerder onscherp in plaats van dat je naar een blokkerig beeld kijkt zoals bij een lage resolutie.
Met meer pixels kunnen we wel met grotere openingshoeken meer detail houden, maar de beperkingen van de lens gaan dan een grote rol spelen. Een fisheye camera, bijvoorbeeld, heeft een lens die de volledige 360 graden van de situatie projecteert op de chip. Ideaal voor identificatie in kleinere ruimtes zoals entrees, trappenhuizen en liften. Wordt deze camera toegepast in grotere ruimtes zoals parkeergarages en hallen, dan kun je op grotere afstand alleen nog maar onderscheid maken tussen bijvoorbeeld een mens of een hond. Identificatie is op die grote afstand niet meer mogelijk. Op dit moment zijn er al 12 Megapixel fisheye camera’s te koop, maar die hebben een kleine lens met dik glas. En dat is een beperking. Wilt u in dit soort grote ruimtes identificeerbare camerabeelden maken, dan kunt u beter kiezen voor een multi-sensor camera. Dit zijn meerdere megapixel cameramodules met kleinere openingshoeken in één behuizing, die de beelden van de verschillende modules doorgeeft als één beeld.
Hoeveel megapixels heb je eigenlijk nodig?
Sommige camerafabrikanten doen actief mee met de multi-megapixelhype en bieden 4K (8 megapixel) of zelfs 8K camera’s. Ze hebben een pittig prijskaartje en de gevoeligheid in het donker laat vaak te wensen over. Hoeveel megapixels heeft u nu echt nodig? Een 8 megapixel beeld geeft, op een normaal beeldscherm, eigenlijk al het maximale detail wat we met onze ogen kunnen zien. Natuurlijk kunnen we dan nog wel digitaal inzoomen, maar ook dan loop je aan tegen de optische beperkingen van de lens. Met een vaste camera heeft u veel details, maar in de meeste situaties is er helemaal geen noodzaak om de neusharen te tellen van de persoon achter in de winkel. Bovendien kan de camera niet om de hoek kijken. Meerdere camera’s met bijvoorbeeld 3 megapixels (die lichtgevoeliger zijn) zorgen voor een betere beelddekking en geven een grotere kans dat de (on)gewenste situatie in beeld is. Met een bestuurbare camera haalt u het beeld optisch al naar voren en is multi-megapixel van ondergeschikt belang. Het is wel is mooi om achteraf in het overzichtsbeeld digitaal in te zoomen, maar door het lenzenpakket geeft een multi-zoom camera minder goede beelden.
Tot slot: al die megapixels zorgen ook voor grote bestanden en streams die over het netwerk verzonden en opgeslagen moeten worden. Dit nadeel kan enigszins worden opgeheven door beeld-compressiemethoden zoals H.265 toe te passen.
Conclusie
Kijkt u bij de keuze van geschikte camera’s dus vooral verder dan het aantal (multi-) megapixels. Laat uw keuze vooral bepalen door het beoogde doel. Multi-megapixel camera’s zijn handig bij grote overzichtssituaties zoals voetbalstadions, pleinen en velden. Maar in vrijwel alle situaties is de juiste cameraprojectering het vinden van een balans tussen behoefte (o.a. doel en lichtomstandigheden) en prijs en zijn multi-megapixels zeker niet zaligmakend.