Detectoren worden ingezet als onderdeel van een inbraakbeveiligingssysteem; een systeem dat erop is gericht om indringers zo vroeg mogelijk te signaleren. Hoe eerder een indringer wordt gesignaleerd, hoe groter de kans immers is dat deze wordt aangehouden voordat hij zijn doel heeft bereikt. Zeker wanneer er ook vertragende (bouwkundige) maatregelen zijn getroffen. Detecteren begint vaak bij de buitenschil, zodra iemand het (bedrijfs)terrein wil betreden. Vervolgens worden in het pand zelf op verschillende plaatsen detectoren geplaatst. De effectiviteit van een inbraakbeveiligingssysteem wordt onder andere bepaald door de projectie van de verschillende systeemonderdelen en de samenhang tussen de verschillende elektronische en bouwkundige maatregelen.
Mactwin heeft hiervoor OSVO® ontwikkeld. OSVO is een model waarmee effectieve inbraakbeveiliging ontworpen kan worden. De basisprincipes van OSVO zijn: zo snel mogelijk signaleren, bouwkundige vertragingen aanbrengen binnen het detectieveld van de signalering en opvolging binnen de vertragingstijd.
Het spreekt voor zich dat de vertragingstijd langer moet zijn naarmate de dichtstbijzijnde politiepost verder weg is gelegen. Hoe en met welke (typen) detectoren en vertragende maatregelen het inbraakbeveiligingssysteem wordt opgebouwd, hangt onder meer af van:
- kans op en verwachte impact van een criminele actie
- het gewenste beveiligingsniveau
- de verwachte aanvalsmethodiek
- de gewenste vertragingstijd (afhankelijk van de opvolgingstijd)
- omstandigheden en invloeden ter plaatse
In dit artikel beperken we ons tot de verschillende vormen van detectie. Vertragende (bouwkundige) maatregelen worden buiten beschouwing gelaten, maar zijn wel degelijk een essentieel onderdeel van een effectief inbraakbeveiligingssysteem. Hieronder vindt u een overzicht van de meest gebruikte en moderne detectoren.
Manipulatiemogelijkheden
Enkele van de genoemde detectieprincipes zijn te manipuleren. Dat is zeker niet eenvoudig, maar als de crimineel over voldoende kennis van de detectoren en hun werkingsprincipes beschikt, is het met enige inspanning soms wel mogelijk. Zie ook de infographic hiernaast. Het eenvoudigst te manipuleren zijn de passieve infrarood melders. Dit gebeurt bijvoorbeeld door ze af te plakken, af te dekken of dicht te spuiten. Gelukkig zijn er detectoren met maskeerdetectie (anti-maskdetectie) op de markt. Een goed voorbeeld is de PIR detector die continu de lichtdoorlaatbaarheid van het schermpje meet.
Doormelding
De doormelding van een alarm naar een Particuliere Alarm Centrale is eveneens een belangrijk onderdeel van een inbraakbeveiligingssysteem. Deze zorgt ervoor dat een inbraakalarm, meestal na verificatie, onmiddellijk wordt opgevolgd. Hierdoor neemt de pakkans van de crimineel flink toe en kan diefstal van goederen of bedrijfseigendommen mogelijk worden voorkomen. Vorig najaar heeft de NEN een aantal normen aangepast voor alarmoverdragers en -ontvangers. In de NEN-EN 50136-2 worden de technische eisen van alarmoverdragers ten aanzien van prestaties, betrouwbaarheid, veiligheids- en beveiligingskenmerken gespecificeerd. De NEN-EN 50136-3 specificeert de technische eisen van de alarmontvanger.
Tot slot
Wilt u een doeltreffend inbraakbeveiligingssysteem, dan zijn er nogal wat keuzes die gemaakt moeten worden, zoals de keuze van detectoren. Met dit artikel heeft u een goed handvat.
Bedenk echter wel dat een effectief inbraakdetectiesysteem bestaat uit een evenwichtige en samenhangende combinatie van signalerende detectoren (het liefst verschillende detectieprincipes gecombineerd), bouwkundige vertragende maatregelen en een snelle en veilige doormelding naar de Particuliere Alarm Centrale.