Drones: vriend of vijand?

Drones zijn hot. Ze zijn er in allerlei maten en prijsklassen en worden gebruikt voor privé en observatiedoeleinden. Door particulieren, bedrijven, overheden maar (helaas) ook door criminelen en terroristen.

Sinds mensenheugenis worden torens en uitkijkposten op heuvels en bergen gebruikt om optimaal zicht te krijgen op het (verdediging) gebied. Later kwamen zeppelins en luchtballonnen. Aan het begin van de vorige eeuw werden voor het eerst vliegtuigen ingezet tijdens oorlogen. Eerst om te verkennen, later ook om te vechten. Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog was de rol van militaire vliegtuigen veranderd van die van ‘hulpje’ voor de grondstrijdkrachten in die van een belangrijke zelfstandige strijdmacht. Oorlogsvoering in 2D werd door de komst van vliegtuigen een 3D slagveld.

En nu is daar dus de drone. Ook deze wordt ingezet voor militaire doeleinden; om te verkennen en om aan te vallen (met name om heel gericht targets uit te schakelen). Drones kunnen ook worden ingezet om civiele objecten te beveiligen. Bijvoorbeeld om na een alarmmelding de situatie te verkennen door de omgeving van de alarmpositie in beeld te brengen. Of door surveillances uit te voeren. De voordelen van deze moderne luchtverkenning zijn duidelijk: snel in te zetten, snel op locatie, in korte tijd een groot gebied doorzoeken en vanaf de grond niet direct opvallend. Bovendien heb je vanuit de lucht de mogelijkheid om achter objecten te kijken.

Het zijn overigens niet zozeer de beelden van deze luchtverkenning die interessant zijn, maar vooral de informatie de gehaald kan worden uit de koppeling van deze beelden met informatie uit andere bronnen, zoals branddetectie, alarmverificatie en noodoproepen. Door informatie uit zorgvuldig geselecteerde bronnen te koppelen, kan een zogenaamde Common Operational Picture (COP) ontstaan. Daarmee krijgt de meldkamer een duidelijk beeld van de situatie ter plaatse en kan een situatie (bijvoorbeeld een calamiteit) efficiënt worden afgehandeld met de meest geschikte, beschikbare middelen.

Drone-inzet

Een drone kan bij een alarmmelding handmatig worden ingezet. Zodra er een alarmmelding binnenkomt, wordt beoordeeld of het zinvol is om een drone in te zetten om de situatie te gaan verkennen. Is dat het geval, dan wordt een beschikbare (gecertificeerde) grondpiloot opgeroepen. Vervolgens wordt deze geĂŻnstrueerd met betrekking tot de alarmlocatie en kan bij de piloot op zijn beeldscherm worden meegekeken om de situatie ter plaatse te beoordelen. Het spreekt voor zich dat met deze werkwijze veel kostbare tijd verloren gaat.

PSIM waypoints drone

PSIM waypoints drone

Veel efficiënter is het wanneer de drone geïntegreerd is in de security systemen van een locatie. Een PSIM (Physical Security Information Management) systeem kan op basis van een situatie (alarmmeldingen of observaties) automatisch bepaalde, vooraf gedefinieerde, opvolgingsacties lopen. Bijvoorbeeld een of meer drones uitsturen voor een verkenningsvlucht. Sommige PSIM’s, zoals IPSecurity Center, zijn al ingericht voor een drone-inzet en vertalen de X/Y coördinaten van de alarmlocatie naar een vluchtplan voor de drone(s). Zodra de drone in het doelgebied is, geeft hij de (thermische) camerabeelden en bepaalde (meta)data via het Video Management Systeem ter verwerking door aan het PSIM. Tijdens de actie krijgt de operator met behulp van de beelden en data een goed beeld van de situatie ter plaatse. Afhankelijk van de situatie en de capaciteiten van de drone, kan een indringer vervolgens automatisch worden gevolgd.

Een belangrijk voordeel van deze geautomatiseerde aanpak is, naast de tijdwinst, het feit dat het vluchtplan is afgestemd op de locatie en dat zo gevaarlijke vliegsituaties worden voorkomen. Bovendien worden alle handelingen, de hele vlucht, de beelden en de sensorinformatie in het PSIM vastgelegd. Dit is belangrijk voor evaluatiedoeleinden en om met audit trails aan te tonen dat er goed gehandeld is.

Volg ons op Linkedin

3D beveiligen

De komst van de drone biedt dus veel nieuwe kansen, maar ook bedreigingen. Drones kunnen worden ingezet om te verkennen, aan te vallen en te verdedigen. Als onderdeel van een beveiligingssysteem, als tool om situational awareness te creëren én als wapen. Drones hebben geen last van hekwerken of onbereikbare verdiepingen, ze vliegen over bewakers heen en blijven uit het zicht van beveiligingscamera’s, die zijn meestal niet gericht op de lucht. Drones vormen een dreiging vanuit de lucht en willen we ons daartegen adequaat beveiligen, dan zullen we een 3D beveiligingsbenadering moeten hanteren.

Op dit moment is het gebruik van drones aan regels van veiligheid en privacy gebonden, waardoor de inzet als beveiligingsmiddel beperkt wordt. Door de toenemende dreigingen is de verwachting dat hier in de nabije toekomst verandering in komt, waardoor drones vaker en effectiever ingezet kunnen worden. Internationaal zijn er al diverse situaties waarbij een ontheffing is verleend om drones in te zetten.